Geschreven: Een dode paraplu

Het is dus geen wonder dat overal in de stad parapluwrakken te vinden zijn – als toonbeelden van de frustratie van hun voormalige bezitters. Opzienbarend is het wel dat er nog elke dag mensen een nieuw regenscherm aanschaffen. Zij gedragen zich als bergbeklimmers die zich vastklampen aan een rotspunt waarvan ze weten dat die hun gewicht niet zal kunnen dragen. Zelf heb ik de moed al lang opgegeven. Veel liever glip ik de laatste maanden op regenachtige dagen de halletjes van restaurants en cafés binnen. Daar staan ze, klef, zielig en zelden nog intact: de laatste overlevenden van een inferieur ras. Iemand moet toch de mensheid bevrijden van deze trieste hoopjes stof en baleinen, al is het alleen maar om de productietijd van dit boekje enigszins te bekorten. Ik beken. Ik ben een seriemoordenaar.
Bijdrage aan het boekje "Pluwrakken. Neerslag in woord en beeld' (Amsterdam 2009) van Miep van Berkestijn